De echte concurrentiestrijd gaat zich toespitsen op het aantrekken en behouden van menselijk talent. En om te voorkomen dat dat talent wegloopt, moeten leiders waarden als een ‘integere cultuur’ en ‘zingeving’ in hun organisaties in ere herstellen en expliciet uitdragen.
Wijnand Nuijts: organiseer je eigen tegenspraak
Belangrijkste is dat je je eigen tegenspraak moet organiseren. Dit kan bijvoorbeeld door een ‘outsider’s view’, ‘dialectical inquiry’ te organiseren of per toerbeurt een ‘advocaat van de duivel’ aan te wijzen. Op deze manier wordt er kritisch nagedacht zonder dat een persoon het stigma krijgt van drammer. Ook moeten zowel de RvB als de RvC alert zijn om hun leden voldoende gelegenheid te geven hun afwijkende mening te beargumenteren. Die afwijkende mening kan reden zijn om de voorgenomen besluitvorming te herzien. Zo’n opstelling getuigt eerder van kracht dan van besluiteloosheid.
Hans Hoek: confrontaties aandurven
Het gaat goed als een bestuurder zich realiseert dat hij niet de wijsheid in pacht heeft, dat er altijd tegenargumenten zijn. En als een toezichthouder kritisch blijft kijken, ongeacht de druk. Dat betekent dat de Raad van Toezicht af en toe een conflict met de Raad van Bestuur zal hebben. Je moet accepteren dat dit soort confrontaties er zijn, dat ze er horen te zijn, en dat ze over het algemeen constructief aflopen.
Karel Vuursteen – het gaat om het ethische kompas.
Iedereen moet dilemma’s herkennen en weten hoe je tot oplossingen komt. Dat kan alleen door ontwikkeling en openheid. Anders kun je als bestuurder geen verantwoordelijkheid dragen. Dat ontwikkelen naar de haarvaten is buitengewoon motiverend voor de organisatie en ook leuk.
Leen Paape: beslissen in onzekerheid
Achteraf kan iedereen altijd wel zeggen wat je had moeten doen. Maar op het moment zelf? Dan is het niet altijd zo simpel. Ik vind dat je voorzichtig moet zijn met het gooien van de eerste steen. Want let wel: de ogen zijn gericht op het individu die een beslissing neemt. Maar het is niet zo dat een situatie geregeerd wordt door dat ene individu. Er is een heel systeem ingericht, en zulke systemen zijn krachtig.
Jan Eijsbouts: van kartelafspraken naar good governance
Het was de bedoeling dat de BU’s meer zelfstandigheid zouden krijgen. Maar als je dat doet zonder een gezamenlijke bestuurscultuur, een algemene ‘set of values’ dan loop je een risico. Dat bleek ook zo. (..) Wat ik vanuit een governance oogpunt wilde was iets heel onconventioneels: een governance aanpak die verboden kartelafspraken zou gaan voorkomen.
Wim Dik: ruimte voor ondernemendheid
In een land met al die ‘ikkers’ moet governance ontplooiing mogelijk maken. Het land is verwend en verwacht van de overheid overal oplossingen voor. Voor groepsdruk in een Raad van Commissarissen moet een oplossing komen en je moet groepsdruk vanuit de eigen organisatie onderkennen als iets waar een governance-probleem achter kan schuilgaan. Het beste systeem voor governance is een systeem waarin besturen zo weinig mogelijk tijd kost. Criteria voor Good Governance zijn ruimte voor doortastendheid, transparantie en het ‘gedijen van vakinhoudelijke inzet.
Marcel van Oosten: laat je geweten spreken.
Het eigen geweten en het ethisch besef zijn dè drijvende krachten voor good governance van iedere ondernemer. Ik zie over de lange termijn vooruitgang in het denken en handelen van ondernemers. De invloed van Descartes en Rousseau werkt nog steeds door.